Vonnis gewezen in dagvaardingsprocedure tegen de JBN

Op vrijdag 27 november 2020 heeft de JBN als vereniging een dagvaarding ontvangen van een aantal oud bondsraadleden. Op 9 augustus van dit jaar heeft de rechtbank vonnis gewezen in de dagvaardingsprocedure tegen de JBN (zie rechtspraak.nl ECLI:NL:RBMNE:2023:4681).

De kwestie van de dagvaardingsprocedure draaide met name om de vraag of de ontslagen van een aantal bondsraadsleden geldig waren.

In het vonnis heeft de rechtbank daarover het volgende besloten:
- de rechtbank vernietigt het ontslagbesluit van de heer Reniers dat is genomen tijdens de districtsvergadering van het district Zuid-Nederland van 5 juli 2020;
- de rechtbank vernietigt het ontslagbesluit van de heer Cooiman dat is genomen tijdens de districtsvergadering van het district Oost-Nederland van 4 september 2020;
- de rechtbank vernietigt het ontslagbesluit van de heren Hondema, Kleinlugtenbelt, Vos, Baas, Kroeger, Maassen en Poelstra die zijn genomen tijdens de districtsvergadering van het district Noord-Nederland van 10 september 2020;
- de rechtbank verklaart voor recht dat bondsraadsleden uitsluitend verkozen mogen worden in overeenstemming met de bepalingen van het huishoudelijk reglement, dat wil zeggen op de jaarlijkse districtsvergadering, tenzij er een reglementaire grond bestaat om daarvan af te wijken.

Door de eisers was daarnaast nog gevorderd alle besluiten te vernietigen die zijn genomen op de districtsledenvergaderingen van Zuid-Nederland van 5 juli 2020 (subsidiair de aanstelling van de voorzitter van de bondsraad van het district Zuid-Nederland op 5 juli 2020 te vernietigen), van Oost-Nederland van 4 september 2020 en van Noord-Nederland van 10 september 2020; de bondsraadsvergadering van 14 september 2020 en de aldaar genomen besluiten te vernietigen (subsidiair een op die bondsraadsvergadering aangenomen amendement te vernietigen); voor recht te verklaren dat het in functie laten van niet-reglementair zittende bondsraadsleden (overschrijding zittingstermijnen) in strijd is met de statuten en/of de reglementen van de Judo Bond Nederland en/of de 13 aanbevelingen voor Goed Sportbestuur van NOC*NSF en daarom onrechtmatig dan wel in strijd met de redelijkheid en billijkheid is; voor recht te verklaren dat een ingestelde voorziening krachtens het Huishoudelijk Reglement artikel 49, in de in augustus 2020 geldende omstandigheden van de coronacrisis en bestuur-loosheid, volgens artikel 2.8 van het Burgerlijk Wetboek rechtsgeldig is en dat daarmee gedaagde door deze voorziening niet te accepteren onrechtmatig dan wel in strijd met de redelijkheid en billijkheid gehandeld heeft. Deze vorderingen zijn door de rechtbank afgewezen.

Het vonnis van de rechtbank betekent de heren Reniers, Cooiman, Hondema, Kleinlugtenbelt, Vos, Baas, Kroeger, Maassen en Poelstra toentertijd niet zijn ontslagen. De rechtbank zegt daarover dat de procedure tot ontslag onzorgvuldig was omdat de betreffende bondsraadsleden in feite werden overvallen met een ontslagmotie. Juist als het gaat om ingrijpende besluiten als ontslagbesluiten is het van belang dat er zorgvuldig wordt gehandeld en dat is op die wijze niet gebeurd, aldus de rechtbank.

Het bondsbestuur kan zich daarin vinden. De wijze waarop is gekomen tot het voorleggen van de ontslagbesluiten aan de respectievelijke districtsvergaderingen is onzorgvuldig geweest en niet hoe wij dat als JBN moeten en willen doen. Bovendien is het een bijzondere vervelende ervaring geweest voor de betreffende bondsraadsleden. Zij hebben persoonlijk schriftelijke excuses ontvangen van het bestuur met daarbij een bos bloemen.

In het vonnis wordt nog gewag gemaakt van handelen door twee leden/vrijwilligers. Aan het bondsbestuur is door andere leden verzocht om hierop maatregelen te nemen. Nog daargelaten of het bondsbestuur een straf of maatregel aan individuele leden zou kunnen opleggen in een situatie als deze, ziet het bondsbestuur daar geen reden toe gelet op het incidentele karakter van de gedraging, in combinatie met de getoonde (zelf)reflectie door de betrokken leden en de door hen gemaakte excuses.